Zaterdagavond zat ik met mijn zus in de trein van Breukelen via Bijlmer Arena naar Amsterdam. De trein zat afgeladen vol met Ajax supporters, en blikjes bier. We gingen daar zitten waar nog plek was en raakten in gesprek met een supporter.
We hadden het over de wedstijd van vanavond, Ajax-Groningen, over de supporters, over de veranderingen die hij waarneemt en over de harde kern, die het verziekt voor de rest. Hij vertelde dat de Groningers in een apart vak zitten en dat het alleen mogelijk is om met supporters van Herenveen gemengd te zitten. Even moet ik denken aan de Joden. Zij werden ook apart gezet, weliswaar om andere redenen, maar toch. In energie gaat het hier om hetzelfde: separatie en suprematie. Wij zijn beter dan jullie.
Hij vertelde dat er steeds meer alcohol en vooral ook drugs in het spel zijn en wat de impact hiervan is. Supporters verharden. Gaat het bij voetbal eigenlijk nog wel om het spel vroeg ik hem? Dit element lijkt volledig verloren te zijn. Hij komt naar de wedstrijd om voetbal te kijken, zegt hij, maar dit geldt niet voor iedereen. Stel je voor dat iedereen appelsap zou drinken vanavond, zeg ik, hoe zou de avond dan verlopen? Een glimlach op zijn gezicht.
Negentig Groningse supporters zitten inmiddels vast voor een vechtafspraak die ze hadden met Ajax supporters, zo lees ik vandaag. Wat heeft dit met een voetbalspel te maken? En wat kost dat onze stad aan belastinggeld om dit soort gedrag in toom te houden? Jaren gaat het er zo al aan toe, en wat is er werkelijk veranderd? Niets, behalve de bankrekening van Ajax, die nu inmiddels 210 miljoen euro bedraagt.
Professioneel voetbal gaat allang niet meer om sport of spel, maar om geld. Denk je werkelijk dat de spelers van Ajax ook maar één seconde wakker liggen van hoe de supporters met elkaar omgaan? Ze voetballen rustig door, en zijn daarmee stille aanschouwers, maar daardoor niet minder verantwoordelijk. Terwijl Ajax het afgelopen seizoen 51,9 miljoen winst op de teller heeft staan, blijven wij onze ogen sluiten en dekken we onze mond toe. Ik drink voor de gezelligheid een biertje en ga dan weer naar huis, aldus de supporter. De harde kern verpest het voor de anderen, zo stelt hij. Maar wat doen wij, de zachte kern? Een harde kern kan alleen bestaan als er mensen zijn die dit mogelijk maken.
Ik kijk naar twee jonge jongens, onderuitgezakt zittend op de bankjes naast ons, het staartje van hun puberteit van zich afschuddend. Zij zijn onze toekomst. Welke reflectie geven wij aan hen in een trein waarin het grootste gedeelte van de reizigers onder invloed is en niet in één vak samen gaat of kan zitten met hun medemensen? Mensen die in essentie precies hetzelfde zijn en 180 kilometer verderop wonen, behalve dat de ene groep rood en wit draagt, en de andere groep groen en wit.