Kijk lief, ik heb een proeftoets rekenen en wiskunde, die ga ik ‘even’ maken. Bij de eerste vraag had ik meteen al een reactie. Anders gezegd, dan pakt een normaal denkend mens zijn rekenmachine erbij (Iphone dus). James was inmiddels gretig betrokken bij de eerste vraag en begon hardop twee getallen met elkaar te delen. Kijk, dan pak je die, dan maak je er een heel getal van, dan pak je dat getal, en kijk, dit is het antwoord. Juist ja. Een zekere mate van irritatie maakte zich van mij meester. Ik moest me inhouden om niet meteen op het antwoordformulier te spieken. Bij vraag twee raakte ik al behoorlijk geblokkeerd, terwijl James er nét lol in begon te krijgen. Uit pure frustratie legde ik de proeftoets weg, ik had al geen zin meer. Wat moet ik met die breuken, die gebruik je toch nóóit in het dagelijkse leven. Je bestelt toch geen één zesde mandarijn. Wat moet ik met zo’n getal! Ik kan je wel bijles geven, opperde James. Ik keek hem verdacht stil aan. Dat lijkt me geen goed plan, zei ik. Voor mij niet, en ook voor onze relatie niet. De eerste en tevens laatste reken bijles van mijn vader heeft een licht traumatisch spoor achtergelaten. Na het eten gingen we nog even door met sommen maken en tot mijn grote plezier vond James er ook een paar lastig. Mag je echt geen rekenmachine gebruiken…? Neehee, dat mag niet. Papier en pen toch wel? Ja, dat wel, maar daar heb ik echt niets aan. Mochten jullie dit lezen en denken, nou, zo moeilijk kan zo’n toets lagere school niveau toch niet zijn, zie hier een aantal vragen……(uit het hoofd wel te verstaan)
150 liter is gelijk aan …m3
4,9 : 0,7 =
Een boer heeft een stuk grond van 200.000 m2, dat is gelijk aan …ha.
24,98 x 5 =
De inhoud van eenpersoonsmatras is ongeveer 0,243….
En dan eindigt de toets met zo’n vreselijk figuur, waarvan ik de oppervlakte moet bepalen.
Ik heb de toets maar snel weggelegd, zodat onze zaterdagavond tóch nog gezellig was.